Indonesische gitaren voor drie topmuzikanten
Drie mannen, twee gitaren en één ambassadeur vormden het decor van een bijzondere muzikale ontmoeting gisterochtend op de Indonesische ambasade in Den Haag. George Kooymans (Golden Earring) en Henny Vrienten (Doe Maar) kregen een speciaal voor hen handgemaakte gitaar cadeau afkomstig van een gespecialiseerd familiebedrijf uit de stad Bandung uit West-Java.
Ook Boudewijn de Groot woonde de bijeenkomst bij, hij was al eerder gefêteerd met een bijzondere gitaar van hetzelfde huis. Met Kooymans en Vrienten vormt Boudewijn de Groot het trio Vreemde Kostgangers, aanvankelijk opgezet als gelegenheidsgroep maar na een theaterseizoen vol uitverkochte zalen een blijvertje in het Nederlands cultuurlandschap.
Helemaal gladjes verliep de ontmoeting niet. Boudewijn de Groot was vanuit zijn woonplaats Heemstede gestrand in de file rond een afgesloten Raamweg, waardoor de bijeenkomst een half uur te laat begon. Ook de Skype-verbinding met de gitaarbouwers haperde aan alle kanten. Na een lange inleidende speech van de Indonesische ambassadeur I Gusti Agung Wesaka Puja over muziek die alle culturen overstijgt en verbindt, begon George Kooymans al een beetje te schuifelen. Eindelijk mocht hij hem dan uitpakken: de gitaar die helemaal naar zijn wensen is gemaakt met op de hals de afbeelding van een Haagse ooievaar. ,,Die wilde ik erop hebben als Haags symbool”, zei hij. ,,Ik ben een verzamelaar van gitaren, heb er al een stuk op 80. Deze is niet alleen bijzonder om zijn geluid, maar ook door het insigne.”
‘Diepe tonen’
,,Hij is diep, ik vind hem wel mooi”, zei Henny Vrienten nadat hij zijn baritongitaar kreeg. ,,Ik ga hem niet gebruiken voor het Doe Maar-concert op het strand van Scheveningen, omdat ik daar bassist ben. Maar ik voel nu al nieuwe diepe tonen die we gaan gebruiken voor Vreemde Kostgangers.”
Boudewijn de Groot kreeg eerder al een Indonesische gitaar. Met zijn ingespeelde instrument en de twee nieuwkomers gaven de heren een miniconcert in de ambassade. De muziek bracht ook de Skype-verbinding weer tot leven, zodat ook de gitaarbouwers uit Bandung konden meekijken hoe drie door de wol geverfde muzikanten gingen fonkelen bij het liedje Mama, mag ik naar Maastricht.