Terminologie voor het geluid van een akoestische gitaar

In de gitaarwereld bespreken gitaristen het geluid dat gitaren produceren in termen die voor veel muzikanten vreemd kunnen klinken. Deze woordenlijst beschrijft in het kort deze termen, zonder daarbij volledigheid na te streven. Het oordelen over geluid is natuurlijk heel persoonlijk. Bijvoorbeeld de ene gitarist houdt meer van sprankelend hoge en de ander van warme bassige tonen. Smaken verschillen en dat mag natuurlijk. Maar om die verschillende smaken te leren kennen hierbij de woordenlijst:

Attack: De respons van een gitaar – of met andere woorden, hoe snel het geluid zijn piekvolume bereikt. Door met een plectrum te spelen krijg je bijvoorbeeld veel meer attack. 

Balans: Een gitaar waar laag, midden en hoog elkaar ondersteunen en de noten in elkaar overvloeien tot een harmonische entiteit.

Bassig: Een gitaar waar de bastonen domineren. Hoe groter de gitaar, hoe krachtiger de basweergave. De voorkeur voor een bassige gitaar is heel persoonlijk.

Breed: Een ‘breed’ gitaargeluid verwijst naar een klank die goed hoorbare lage, midden en hoge tonen heeft, met andere woorden: gitaren met een ruimtelijk of uitgestrekt karakter. Daarbij wordt het ‘brede’ geluid mede gekenmerkt door natuurlijke galm en veel sustain. 

Complex: Een gitaargeluid waarbij de tonen veel harmonische details bevatten in zowel de hogere als lagere frequenties. 

Compressie: De wijze waarop een gitaar een natuurlijk egalisatie-effect produceert. Een mahoniebovenblad produceert meer egalisatie dan bijvoorbeeld sparrenhout. Het egalisatie-effect kan de attack bij krachtig ‘strummen’ verminderen. 

Donker: de bastonen domineren.

Droog: Tonen met een sterke lage focus, minimale boventonen en een korte naklank (sustain).

Fel: Een felle gitaar klinkt scherp met een hoge attack en veel treble

Grommend: Een bepaald overstuurd geluid dat een gitaar met een grotere klankkast produceert, vaak als resultaat van een harde aanslag.

Helder: Een gitaar waar de hoge tonen domineren, met andere woorden een gitaar waarin de Treble wordt benadrukt.

Intonatie: De nauwkeurigheid waarmee de noten op de verschillende frets overeenkomen met de juiste toonhoogte.

Piano-achtig: Een gitaar die klinkt als een piano met heldere sprankelende tonen en een uitstekende hoorbaarheid van de afzonderlijke noten.

Projectie: Het fysieke bereik van het geluid, met andere woorden, het geluid van een gitaar met veel projectie reikt verder dan die met een lage projectie. 

Responsief: De respons van een gitaar verwijst naar hoe de gitaar reageert op het bespelen ervan. Een responsieve gitaar maakt het gemakkelijk om goed hoorbare zachte en luide tonen te spelen met subtiele variaties in volume en toon. De klank is dan helder en vol.

Rond: Gitaar met een rond geluid klinkt niet scherp. Laag en midden zijn dominanter dan hoog.

Sprankelend: Meestal gebruikt om akoestische gitaarklank te beschrijven met aangename helderheid en toondefinitie, vaak met meer boventonen, en zonder vervorming. Vooral de tonen hoger op de hals klinken ‘sprankelend’. Zie ook “Piano-achtig”. De hoge tonen blijven ook vaak relatief lang hangen. Sprankelend wordt vaak ook als tegenhanger van ‘warm’ gebruikt.

Sustain: De tijdsduur dat een noot hoorbaar doorklinkt.

Warm: Een geluid met relatief veel lage en midden frequenties en wat zachtere hoge frequenties.

Wollig: Warm geluid, maar met minder sustain.

Door welk klankkleuren worden Homestead-gitaren getypeerd?

Om die vraag te beantwoorden maken we hierbij gebruik van de opmerkingen uit de testrapporten van het blad Gitarist. 

“Een indrukwekkend volume, met een warm timbre. Het geluid is wat de verhouding betreft perfect in balans. Deze gitaar klinkt zo uit de koffer heel uitbundig en responsief, met een mooie sustain. De intonatie is perfect, de afstelling eveneens” (test van een Grand Auditorium met cutaway, Gitarist no. 319, oktober 2017).

“Het valt op dat de Slopeshoulder Dreadnought een iets steviger laag heeft en wat minder fel klinkt (dan een OM met cutaway)” (Gitarist no. 333, december 2018).

Over een 12-frets DS: “Het geluid van deze DS is inderdaad een verademing. Laag, midden en hoog zijn perfect op elkaar afgestemd en de gitaar is ook heel erg responsief, waardoor hij onmiddellijk reageert op de dynamiek van je spel. Ook het volume en de projectie zijn indrukwekkend”. (test van een 12-fret Dreadnought Slopeshoulder, Gitarist no. 344, november 2019).

Over de twee Danny Vera modellen, een jumbo en een OM: “Het geluid van beide gitaren is even indrukwekkend. De jumbo heeft een iets luider en breder geluid, dat af en toe iets van een piano heeft. De OM klinkt was lichter en gedefinieerder. Het verschil in geluid valt weg tegen de overeenkomsten: een bijzonder mooie, gebalanceerde sound.” (Gitarist no. 359, februari 2021).

Robin van de Poll, 18 juli 2023